Venezuela: wat Boltons ‘5.000 troepen naar Colombia’-notitie echt losmaakte

Een foto, vijf woorden: waarom ze zoveel losmaakten
Soms verandert één foto het hele gesprek. Eind januari 2019 liep Trumps nationaal veiligheidsadviseur John Bolton de briefing room van het Witte Huis binnen met een geel notitieblok. Bovenaan stonden vijf woorden: ‘5.000 troepen naar Colombia’. Binnen minuten ging de foto viraal. Ging Washington een militaire stap zetten richting Venezuela?
De timing was explosief. Enkele dagen eerder had Juan Guaidó, voorzitter van het Venezolaanse parlement, zich beroepen op de grondwet en verklaard dat de herverkiezing van Nicolás Maduro ongeldig was. De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Brazilië, Colombia en Canada schaarden zich achter Guaidó. Rusland, China en Turkije bleven achter Maduro staan. In Caracas hield de legerleiding de rijen gesloten rond de president. De spanning in de regio liep op.
De notitie van Bolton leek meer dan een krabbeltje. 5.000 militairen is geen symbolisch getal: het is grofweg een brigade, plus logistieke staart. Tegelijk is het te klein voor een invasie van een land ter grootte van Frankrijk. Wat was dit dan? Een signaal aan Maduro? Een plan voor een humanitaire operatie aan de grens? Of simpelweg een losse gedachte die per ongeluk in beeld kwam?
Het Pentagon probeerde de gemoederen te bedaren. Waarnemend minister van Defensie Patrick Shanahan zei een dag later dat het ministerie de situatie ‘nauwgezet monitort’ en ‘in real time’ werkt, maar geen formeel verzoek had gekregen om troepen te verplaatsen. In Washington is dat cruciaal: bij buitenlandse crises vraagt het State Department doorgaans om ondersteuning, bijvoorbeeld voor evacuaties, en pas daarna komt een militair besluit tot stand. Dat was toen niet gebeurd.
Precies dát maakte de foto zo spannend. Ze gaf een ongefilterde blik op een team dat worstelde met een vraag die al jaren boven Venezuela hing: hoe ver wil en kan de VS gaan om Maduro weg te krijgen? Bolton stond bekend als havik. Hij sprak geregeld over ‘alle opties op tafel’ en steunde zichtbaar de harde lijn richting Caracas. Binnen het Witte Huis botste dat met stemmen die waarschuwden voor een nieuw open eind in Latijns-Amerika, iets waar Trump zelf weinig trek in had.
Om de impact van dat notitieblok te begrijpen, helpt het om de context te schetsen. Venezuela zat in een vrije val. Hyperinflatie vrat salarissen op, tekorten aan voedsel en medicijnen waren schrijnend, en miljoenen mensen trokken het land uit. In de regio ving vooral Colombia de klappen op, met miljoenen Venezolanen die via de grensstad Cúcuta binnenkwamen. Bogotá noemde Maduro een veiligheidsrisico en steunde openlijk Guaidó. Dat maakt ‘troepen naar Colombia’ ineens concreet: daar lag de logistieke as.
Toch is militair ingrijpen iets anders dan politieke druk. De VS zette in die periode vooral in op sancties. Eind januari 2019 ging de duimschroef naar PDVSA, het staatsoliebedrijf en levenslijn van Maduro. Het idee: geldstroom afknijpen, regimekringen breken en onderhandelingen afdwingen. ‘Alle opties’ klonk dreigend, maar het werkt ook als instrument: strategische ambiguïteit om de tegenstander onzeker te houden zonder meteen te schieten.
Was de notitie van Bolton dan een bewuste prik? Een psychologisch spel richting Caracas, én richting Moskou, dat militaire adviseurs en materieel aan Venezuela leverde? Er is nooit hard bewijs geleverd dat het een gepland lek was. Maar het effect stond vast. In Caracas greep Maduro de foto aan als bewijs dat Washington uit was op een invasie. In Washington joeg ze de discussie aan over hoe ver de VS moest gaan.
Het verschil tussen bluf en beleid wordt in de praktijk bepaald door procedures. In een scenario waarin de VS militair actief wordt in of rond Venezuela, spelen grofweg drie lijnen:
- Diplomatiek: het State Department vraagt formeel om steun, bijvoorbeeld voor een evacuatie (NEO) of humanitaire corridors.
- Militair: het Pentagon en US Southern Command werken opties uit, van logistieke steun in Colombia tot maritieme aanwezigheid en surveillancemissies.
- Politiek: het Witte Huis weegt risico’s, kosten, mandaten (VN, OAS, TIAR/Rio-verdrag) en regionale steun.
Geen van die lijnen wees toen op een op handen zijnde operatie. Wel draaide op de achtergrond de diplomatieke machine. De Lima-groep, met landen als Colombia, Brazilië, Canada en Peru, drukte via sancties en verklaringen. De Organisatie van Amerikaanse Staten debatteerde over de Rio-overeenkomst, een collectieve defensiepact, maar dat werd vooral ingezet voor coördinatie van maatregelen, niet voor troepenbewegingen.
Intussen liep op de grond de spanning op. In februari 2019 probeerde de oppositie gesteunde humanitaire hulp de grensbruggen bij Cúcuta over te krijgen. Het liep uit op confrontaties, brandende vrachtwagens en propaganda-oorlog over wie wat had aangestoken. Het regime hield de lijnen dicht. In april kwam ‘Operación Libertad’, een poging van Guaidó en een kleine groep militairen om de machtsbalans te kantelen. Het mislukte; een paar uur van hoop eindigden in arrestaties en ballingschap. Voorstanders van de harde lijn wezen op het belang van Amerikaanse druk. Tegenstanders zagen bewijs dat militair avontuur vooral chaos zou brengen.
Terug naar de kern: wat betekenen ‘5.000 troepen naar Colombia’ in militair Engels? Zo’n eenheid kan heel veel, maar niet alles. Het is genoeg voor grensbeveiliging, logistiek, verkenning, het opzetten van een noodhospitaal, cyber en inlichtingen, en het beveiligen van routes voor hulp of evacuaties. Het is te weinig voor een grootschalige operatie in stedelijk gebied in een land van dertig miljoen inwoners, zeker als de tegenstander steun krijgt van delen van het leger en buitenlandse adviseurs. In het beste geval is het een stevige stok achter de deur. In het slechtste geval bungel je tussen dreigen en doen, en dat kan averechts werken.
Binnen het Witte Huis schoof de balans na de mislukte april-opstand. Trumps publieke steun voor Guaidó bleef, maar zijn vertrouwen in een snelle regimewisseling taande. Bolton bleef duwen, ook via de media. Dat veroorzaakte wrijving met anderen in het nationale veiligheidsteam. Toen Bolton in september 2019 vertrok, zei Trump openlijk dat zijn adviseur ‘te ver ging’ over Venezuela. Daarmee werd de koers duidelijker: maximale economische druk, politieke isolatie, en af en toe een scherp signaal — maar geen sprong in het duister.
Maduro speelde zijn kaarten ondertussen op voorspelbare wijze. Dreiging van buiten? Dan de vlag hijsen. Hij kondigde militaire oefeningen aan langs de grens met Colombia, waarschuwde voor ‘terroristische groepen’ die vanuit Colombia zouden opereren, en schilderde de oppositie af als marionetten van Washington. Nationalisme is in zulke situaties een krachtig lijmmiddel, zeker in een land waar de economie kraakt.
In de maanden na de notitiefoto veranderde de realiteit op de grond weinig. De sancties beet, maar het regime paste zich aan met schaduwhandel, goud, aanpassingen in de oliebarter, en politieke deals. Tegelijk ging de uittocht door: inmiddels zijn vele miljoenen Venezolanen het land uit, vooral naar buurlanden als Colombia en Peru, en later ook naar Noord-Amerika en Europa. Elke beleidskeuze in Washington had sindsdien ook een migratiedimensie gekregen.
Wat leert dit moment ons over hoe beleid wordt gemaakt? Ten eerste: signalen zijn zelden toevallig. Zelfs als de notitie echt een slordigheid was, paste ze perfect in de strategie van strategische vaagheid. Ten tweede: zonder regio-steun is militair ingrijpen politiek bijna onhaalbaar. Latijns-Amerika heeft een lange geschiedenis met buitenlandse interventies; de drempel is hoog. Ten derde: economische druk is traag, en zonder geloofwaardige politieke uitweg kan ze regimes verharden in plaats van breken.
Ook onder de oppervlakte speelden geopolitieke lijnen. Voor Rusland is Venezuela een kans om Amerikaanse invloed in de achtertuin uit te dagen, met beperkte middelen en maximale zichtbaarheid. Voor China gaat het om leningen, olie en principes rond niet-inmenging. Voor de VS is het de testvraag of het, na Irak en Afghanistan, nog durft te dreigen zonder echt te trekken. Elke speler keek daarom scherp naar die vijf woorden op Boltons papier.
Wie terugkijkt op 2019 ziet een serie kantelmomenten die net geen doorbraak werden. De hulpkonvooien die niet doorbraken. De opstand die niet oversloeg. De sancties die niet meteen sneedden. De notitie die wel de verbeelding pakte, maar geen tanks in beweging zette. Politiek draait soms om momentum; hier bleef het steken in mogelijkheden zonder mandaat.
In de jaren erna verschoof het toneel. Er waren Noorse bemiddelingspogingen, gesprekken op Barbados, tijdelijke versoepelingen en weer aanscherpingen van sancties, en wisselende verwachtingen rond verkiezingen. De rode draad bleef gelijk: druk zetten, onderhandelen waar het kan, en vermijden dat de crisis uitwaaiert tot een regionaal conflict. Vanuit Washington bezien werd het ‘Venezuela-dossier’ een oefening in geduld, beheerste dreiging en het managen van teleurstellingen.
Wat als de notitie wél was omgezet in actie? Een bescheiden troepenpakket in Colombia had waarschijnlijk gediend als afschrikking en als rugdekking voor humanitaire en consulaire taken. Het had de politieke druk op Maduro verhoogd, maar ook de kans op incidenten aan de grens. Elk ongeluk — een schermutseling, een verdwaalde kogel, een drone — kan een kettingreactie starten. In zo’n klimaat is kalibreren belangrijker dan ooit.
Voor Colombia lag de inzet anders, maar net zo hoog. Het land droeg de zwaarste migratielast, had een poreuze grens, en worstelde intussen met eigen veiligheidsthema’s, van dissidente FARC-groepen tot illegale mijnbouw. Troepen van een bondgenoot op eigen bodem kunnen rust geven, maar ook sentimenten raken. Bogotá koos voor stevige diplomatieke en logistieke steun aan Guaidó, maar hield ruimte om escalatie te voorkomen.
Waarom werd die foto dan hét symbool van de Venezuela-debatten in Washington? Omdat ze de spanning vatte tussen wat politiek wenselijk leek en wat strategisch verstandig was. Tussen het ideaal van snelle verandering en de realiteit van een taai regime met steun van gewapende en buitenlandse partners. Tussen een president die graag hard praat, maar wars is van nieuwe eindeloze missies, en een adviseur die ‘druk’ definieerde als zichtbaar, tastbaar, militair.
In elk buitenlands dossier is er een moment waarop woorden en daden elkaar bijna raken. In januari 2019, met een gespannen grens, internationale steun voor Guaidó en een foto die brandstof gaf, kwam Washington dicht bij zo’n moment. Het werd uiteindelijk geen marsrichting, maar een markeringspunt. De vijf woorden bleven hangen als herinnering aan hoe dicht symboliek en strategie soms bij elkaar liggen.
Vijf jaar later is de les nog actueel. Signalen werken alleen als ze passen in een geloofwaardig pad vooruit. Economische druk heeft pas zin als er een politiek pad ligt dat meer biedt dan ‘wachten tot het breekt’. En elke overweging van ‘troepen’ moet gepaard gaan met een helder antwoord op drie vragen: wat is het doel, welke middelen horen daarbij, en hoe ziet de dag erna eruit? Op dat notitieblok pasten vijf woorden. Het beleid erachter vroeg — en vraagt — veel meer ruimte.
Wat erachter zat: machtsspel, scenario’s en de nasleep
Een paar concrete punten om de linies scherp te houden:
- Procedure: zonder formeel verzoek van het State Department zet het Pentagon geen troepen in voor civiele of buitenlandse missies. Shanahan maakte duidelijk dat zo’n verzoek in januari 2019 niet op tafel lag.
- Capaciteit: 5.000 militairen duiden op een brigade-achtig pakket. Denk aan logistiek, verkenning, medische steun, cyber en force protection. Het is geen invasiecorps.
- Regio: steun van buurlanden is cruciaal. De Lima-groep en OAS drukten vooral via diplomatie en sancties, niet via ‘boots on the ground’.
- Psychologie: de dreiging van kracht kan onderhandelingen versnellen — of de tegenstander verharden. Bij regimes met veiligheidsdiensten als kern is dat laatste geen fantasie.
- Politiek: binnen de VS woog de Trump-regering risico’s van escalatie af tegen de belofte van snelle verandering. Boltons vertrek in september 2019 bevestigde dat de president de militair-harde lijn niet wilde volgen.
En de vraag die blijft hangen: was het bluf, signaal of plan? Het eerlijke antwoord is: een beetje van alle drie. Het paste in een repertoire waarin Washington maximaal drukte, minimaal raakte, en liet doorschemeren dat méér kon — als de omstandigheden klopten. Die omstandigheden kwamen niet samen. De foto bleef. En daarmee een zeldzaam venster op hoe een supermacht wikt en weegt, soms in potlood, soms in inkt, en af en toe onbedoeld in volle glorie voor de camera.
- sep, 10 2025
- Dirk-Jan Leegwater
- 0
- Permalink
- Tags:
- Venezuela
- John Bolton
- Colombia
- Trump
Geschreven door Dirk-Jan Leegwater
Blader alle berichten door: Dirk-Jan Leegwater