Once Upon a Time in the West: Leone’s meesterlijke western onder de loep

Once Upon a Time in the West wordt vaak genoemd als de grootste western ooit gemaakt, maar het is ook een kritische ontleding van het genre zelf. In 1968 bracht regisseur Sergio Leone een bijna drie uur durende epische film uit die zowel de mythes van het Amerikaanse Westen bevestigt als ondermijnt. De film speelt zich af in het fictieve Flagstone, Arizona, en weeft twee vervlochten verhaallijnen rond landrover, wraak en de onvermijdelijke komst van de spoorweg.
Plot en structuur
De opening is legendarisch: een verlaten treinstation waar drie cowboys wachten op een onbekende, met een mondharmonica spelende reus. Leone bouwt spanning op door ogenschijnlijk triviale details – het druppelende water, het krakende windmolenblad, de klik van nagels – en zo introduceert hij zijn unieke tempo. Deze scène is een masterclass in filmische suspense en zet de toon voor de rest van de productie.
Eén verhaallijn volgt de wrede spoorwegmagnaat Morton (Gabriele Ferzetti), die de waterbron van de eigenaar Brett McBain (Robert Donner) wil overnemen om zijn uitgestrekte net uit te breiden. Morton huurt de meedogenloze huurmoordenaar Frank (Henry Fonda) om McBain onder druk te zetten. Frank overtreedt echter zijn orders en vermoordt McBain en diens drie kinderen, terwijl hij bewijs achterlaat om de halfbloedige outlaw Cheyenne (Jason Robards) in de val te lokken.
Tegelijkertijd arriveert Jill McBain (Claudia Cardinale), een voormalige prostituee uit New Orleans, in Sweetwater. Ze verwacht een nieuw leven met haar man, maar vindt enkel een kist vol as en het besef dat hij vermoord is. Als weduwe erft ze het stuk land dat voor de spoorweg cruciaal is, waardoor ze direct in de vuurlinie van Mortons expansie terechtkomt. Terwijl zij worstelt met haar verlies, kruist haar pad de mysterieuze Harmonica (Charles Bronson), een stille wraakzuchtige figuur die, gewapend met een mondharmonica, één doel voor ogen heeft: Frank doden.
Leone’s verhaalstructuur is omvangrijk, maar hij verpakt elke wending in visuele en auditieve symboliek. De film wisselt tussen intieme close‑ups van gezichten – vaak verlangzaamd om elke rimpel en emotie vast te leggen – en uitgestrekte shots van de droge woestijn. Deze wisseling benadrukt de tegenstelling tussen de individuele mens en de onstuitbare komst van de industrialisatie.
De climax bereikt zijn volle impact wanneer Harmonica en Cheyenne samen Frank confronteren in een verlaten gevecht bij een molen. Het moment is zowel grafisch als poëtisch: de wind waait door de roestige wieken terwijl de gangsters elkaar met schietstoten bestoken. De uiteindelijke wraak wordt pas volledig duidelijk wanneer we flashbacks zien van Frank’s eigen verleden en de oerwoud‑zandbak die de ziel van het Westerse landschap symboliseert.

Muziek, beeld en nalatenschap
Ennio Morricone levert een soundtrack die net zo legendarisch is als de film zelf. Iedere hoofdrolspeler krijgt een eigen thema – van de koude, kille melodie van Frank tot de melancholische, bijna religieuze refrains die Jill’s tranen begeleiden. Deze thema’s fungeren als emotionele ankers en sturen de kijker subtiel door de plot. Wanneer de melodie van Harmonica voor het eerst klinkt, voelt men meteen de dreiging en de diepte van zijn onuitgesproken missie.
Visueel onderscheidt Leone zich door een opvallende combinatie van extreme wide‑shots en micro‑close‑ups. De beroemde “Oog‑van‑de‑storm” shot, waarin de camera langzaam in de ogen van een uitgedroogde hond zoomt, geeft de kijker een gevoel van tijdsvervorming. De aandacht voor detail – de geur van rottend graan, het stof dat zich in de windkolom opstapelt – verandert gewone scènes in pure poëzie.
De casting zelf is een bewuste breuk met de verwachtingen van het tijdperk. Henry Fonda, tot dan toe synoniem met de nobele held, speelt hier de wrede Frank. Deze omkering onderstreept Leone’s intentie om de conventies van de western te ondermijnen. Claudia Cardinale brengt een sterk, gelaagd portret van een vrouw die van slachtoffer tot overlever wordt. Bronson’s Harmonica blijft een raadselachtige aanwezigheid tot het einde, en Robards’ Cheyenne belichaamt de chaotische vrije geest die niet kan worden getemd.
De film werd bij premièrefeest gemengd ontvangen, maar critici markeerden al snel de diepgang en de visie die ermee gepaard gingen. Door de decennia heen is Once Upon a Time in the West uitgegroeid tot een cultklassieker en heeft het talloze regisseurs beïnvloed – van Quentin Tarantino tot Sergio Castellitto. De invloed is zichtbaar in modern western‑genre, waar de nadruk op trage, atmosferische spanning en muzikale thema’s steeds vaker terugkeert.
Naast de artistieke impact heeft de film ook een socioculturele boodschap. De spoorweg wordt gepresenteerd als een onstuitbare kracht die het wilde, ruige Westen ondermijnt, een metafoor voor de vernietiging van traditie door moderne kapitalisme. De personages dienen als archetypen van deze transitie: Frank als de brute vieze kracht van het verleden, Morton als de kille zakelijkheid van vooruitgang, Jill als de representatie van een beschaafde toekomst – en Harmonica als de onvermijdelijke wraak van het oude West op de nieuwe orde.
De technologische aspecten, zoals het gebruik van het anamorfische format en de geavanceerde geluidsopname, maakten de film tot een mijlpaal in de cinematografie van de jaren zestig. Leone werkte nauw samen met cinematograaf Tonino Delli Colli om de enorme landschappen te vangen zonder het detail te verliezen. Dit resulteerde in een visueel register dat zelfs vandaag de dag nog steeds wordt bewonderd.
Met meer dan honderd jaar afstand blijft Once Upon a Time in the West een intrigerende lens op de mythe van de Amerikaanse frontier. Het is niet zomaar een western; het is een reflectie op tijd, geweld en verandering. De film blijft een studie in hoe een regisseur een genre kan gebruiken om een breder verhaal over menselijkheid en geschiedenis te vertellen.
- sep, 24 2025
- Dirk-Jan Leegwater
- 0
- Permalink
Geschreven door Dirk-Jan Leegwater
Blader alle berichten door: Dirk-Jan Leegwater