Per 1 januari 2026 valt de verplichte meerprijs van 25 cent voor voorverpakte plastic bekers en bakjes in de supermarkt weg — een wending die consumenten en ondernemers verrast, maar die de overheid als praktisch noodzakelijk beschouwt. Het besluit, genomen door staatssecretaris Jansen van Infrastructuur en Waterstaat, betekent dat je bij een maaltijdsalade of yoghurtbakje in Albert Heijn, Jumbo of Lidl geen extra eurocenten meer betaalt voor het plastic verpakking. Maar: als je diezelfde salade op een terras eet, of bij een afhaalwinkel opdoet, blijft de toeslag van 25 cent wel gelden. Het verschil is klein, maar de impact groot — en de verwarring was groter dan de overheid had verwacht.
Waarom werd de meerprijs in de supermarkt afgeschaft?
De reden ligt in de praktijk. Volgens een evaluatie van het ministerie was het voor consumenten en medewerkers bijna onmogelijk om te onderscheiden tussen een product dat bedoeld is voor directe consumptie — zoals een koffie in een plastic beker bij de kassa — en een voorverpakt product dat je mee naar huis neemt. Een yoghurtbakje met plastic deksel in de koelkast? Dat moest 25 cent extra kosten. Datzelfde bakje in de horeca? Dat mocht niet. De regel was goed bedoeld, maar slecht uitgevoerd. “We willen minder plastic, maar niet op kosten van duidelijkheid,” zei Jansen in een brief aan de Tweede Kamer. “Consumenten voelen zich bedrogen als ze voor hetzelfde product in verschillende winkels verschillende prijzen zien.”
Hoe is de regelgeving veranderd?
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft de handhaving van de meerprijsregeling al sinds maart 2025 stopgezet — een tijdelijke pauze die nu permanent wordt. Dat betekent dat sinds een half jaar geen boetes meer worden uitgedeeld voor supermarkten die geen 25 cent extra rekenen. Vanaf 1 januari 2026 wordt dit wettelijk vastgelegd. De SUP-wetgeving, gebaseerd op de Europese richtlijn om wegwerpplastic te verminderen, blijft bestaan — maar met een belangrijke aanpassing. De verplichting om herbruikbare alternatieven aan te bieden, zoals herbruikbare bekers of composteerbare verpakkingen, blijft van kracht. Maar de prijsstimulans? Die verdwijnt voor de supermarkt.
Wat betekent dit voor supermarkten?
Albert Heijn, Jumbo, Lidl en andere ketens hoeven nu geen nieuwe kassa-systemen meer aan te passen om de meerprijs te verwerken. Ze hoeven ook geen extra administratie te voeren om te bepalen welke producten “voor directe consumptie” zijn. Dat scheelt kosten — en frustraties. Maar er is een valkuil: sommige consumenten denken nu dat plastic verpakkingen zijn toegestaan. Dat is niet waar. Het verbod op plastic-bevattende eenmalige bekers en bakjes blijft. Alleen: je betaalt er niet meer extra voor. Het is een verschuiving van ‘prijsstimulans’ naar ‘gedragsstimulans’. “We hopen dat consumenten nu zelf kiezen voor herbruikbare bakjes, omdat ze het gewoon beter vinden — niet omdat ze bang zijn voor een extra eurocent,” zegt Milieucentraal-adviseur Els van Dijk.
Wat blijft er wel gelden?
De regels voor de horeca en afhaalbedrijven blijven ongewijzigd. Een koffie in een plastic beker bij de koffiezaak? 25 cent extra. Een pasta-bakje van de afhaalpizza? Dat moet ook. En ook hier geldt: het product moet herbruikbaar zijn, of volledig composteerbaar. De uitzondering voor producten met maximaal 5% plastic, die tot nu toe mochten, valt per 1 januari 2026 ook weg — behalve voor gesloten evenementen zoals festivals of sportwedstrijden. En voor zorginstellingen en gevangenissen blijft de oude regel van kracht: daar mag plastic nog, omdat hygiëne prioriteit heeft.
Wat is het doel van de SUP-wetgeving?
De Europese SUP-richtlijn stelt als doel een verminderde plasticafvalstroom van 40% ten opzichte van 2022. In Nederland is dat doel nog niet gehaald — maar de regelgeving heeft wel effect. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek daalde het gebruik van plastic bekers in de horeca met 32% tussen 2023 en 2024. Dat is een succes — maar de supermarkt bleef een probleemgebied. Daar werd het plastic vaak toch gebruikt, omdat het goedkoper was dan herbruikbare alternatieven. Nu wordt dat probleem aangepakt door de prijs te verwijderen — en de keuze terug te geven aan de consument.
Wat komt er daarna?
De overheid is nog niet duidelijk over wat er na 2026 gebeurt. De motie van VVD-kamerlid Buijsse die de afschaffing mogelijk maakte, is een tijdelijke oplossing. Er wordt nog nagedacht over papieren bekers met plastic coating — maar die werden als niet uitvoerbaar bestempeld, omdat de recyclinginfrastructuur er niet voor is. De vraag is: hoe zorgen we dat herbruikbare systemen echt functioneren? Zullen we in 2027 een ‘terugbrengsysteem’ voor bekers introduceren, zoals in Duitsland? Dat staat nog niet op de agenda. Maar het is duidelijk: de toekomst ligt niet in meer plastic, maar in betere systemen — en in bewustzijn.
Wat betekent dit voor jou als consument?
Je betaalt nu minder voor je supermarktmaaltijd — maar je moet ook meer denken. Als je vaak een salade meeneemt, vraag je je af: waarom niet een eigen bakje meenemen? Of een stoffen tasje? De overheid stopt met de prijs, maar verwacht dat jij de verantwoordelijkheid overneemt. Dat is een nieuwe fase in de milieupolitiek: niet meer via de belasting of de meerprijs, maar via bewustzijn en gewoontes. En dat kan werken — als het duidelijk is. Nu is het duidelijk: de 25 cent is weg. Maar de verantwoordelijkheid? Die blijft.
Frequently Asked Questions
Waarom blijft de meerprijs van 25 cent bestaan bij afhaalrestaurants, maar niet in de supermarkt?
De meerprijs blijft bij afhaalrestaurants omdat het daar duidelijk is dat het product direct wordt geconsumeerd — vaak op straat of op een bankje. In de supermarkt is het onduidelijk of een product voor thuis of voor directe consumptie is bedoeld. Dat leidde tot verwarring en administratieve rompslomp. De overheid wilde de regel niet afschaffen, maar verduidelijken — en daarom is de prijs alleen weggehaald voor verpakte producten die in de koelkast staan.
Mag ik nog wel plastic bekers gebruiken in de supermarkt na 2026?
Ja, maar alleen als ze voldoen aan de SUP-verboden: geen microplastics, geen polystyreen, en maximaal 5% plastic bij bekers die volledig uit papier bestaan — en zelfs dat wordt vanaf 2026 weer verboden, behalve bij gesloten evenementen. De verpakking mag dus nog bestaan, maar het is geen ‘goed’ plastic meer. De bedoeling is dat consumenten kiezen voor herbruikbare alternatieven — niet dat ze gratis plastic krijgen.
Wat gebeurt er als een supermarkt nog steeds een meerprijs rekent na 1 januari 2026?
Niets — want het is dan niet meer wettelijk verplicht. De ILT zal de meerprijs niet meer controleren, en boetes worden niet meer uitgedeeld. Maar als een supermarkt de prijs nog wel blijft rekenen, kan dat als marketing worden gezien — bijvoorbeeld als ‘bijdrage aan het milieu’. Dat is legaal, zolang het niet als verplicht wordt voorgeschreven. De consument moet niet bedrogen worden.
Is het nu makkelijker om plastic te gebruiken in de supermarkt?
Nee — het is niet makkelijker, maar het is minder duur. De verboden op plastic verpakkingen blijven. Wat verandert is dat de prijsstimulans verdwijnt. De overheid hoopt dat consumenten nu bewuster kiezen: als je weet dat je geen extra eurocenten betaalt, kun je ook bewust kiezen voor een glazen pot of een herbruikbare doos. Het is een verandering van gedrag, niet van regels.
Hoe zit het met de 40% reductiedoelstelling? Wordt die nu vergeten?
Nee. De 40% reductie ten opzichte van 2022 blijft een beleidsdoel. De meerprijs was slechts één middel. Nu wordt er meer vertrouwd in herbruikbare systemen, bewustwording en innovatie. In 2024 daalde het gebruik van plastic bekers al met 32% in de horeca — en dat terwijl de meerprijs er was. De overheid verwacht dat consumenten, nu ze geen extra kosten meer hebben, ook meer bereid zijn om hun eigen bakje mee te nemen. Dat is de nieuwe strategie.
Geschreven door Dirk-Jan Leegwater
Blader alle berichten door: Dirk-Jan Leegwater